Richteren 3:20

SVEn Ehud kwam tot hem in, daar hij was zittende in een koele opperzaal, die hij voor zich alleen had; zo zeide Ehud: Ik heb een woord Gods aan u. Toen stond hij op van den stoel.
WLCוְאֵה֣וּד ׀ בָּ֣א אֵלָ֗יו וְהֽוּא־יֹ֠שֵׁב בַּעֲלִיַּ֨ת הַמְּקֵרָ֤ה אֲשֶׁר־לֹו֙ לְבַדֹּ֔ו וַיֹּ֣אמֶר אֵה֔וּד דְּבַר־אֱלֹהִ֥ים לִ֖י אֵלֶ֑יךָ וַיָּ֖קָם מֵעַ֥ל הַכִּסֵּֽא׃
Trans.wə’ēhûḏ bā’ ’ēlāyw wəhû’-yōšēḇ ba‘ălîyaṯ hamməqērâ ’ăšer-lwō ləḇadwō wayyō’mer ’ēhûḏ dəḇar-’ĕlōhîm lî ’ēleyḵā wayyāqām mē‘al hakissē’:

Algemeen

Zie ook: Ehud, Latrine, Toilet, Woord van God

Aantekeningen

En Ehud kwam tot hem in, daar hij was zittende in een koele opperzaal, die hij voor zich alleen had; zo zeide Ehud: Ik heb een woord Gods aan u. Toen stond hij op van den stoel.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

אֵה֣וּד׀

En Ehud

בָּ֣א

kwam

אֵלָ֗יו

tot

וְ

-

הֽוּא־

daar hij

יֹ֠שֵׁב

was zittende

בַּ

-

עֲלִיַּ֨ת

opperzaal

הַ

-

מְּקֵרָ֤ה

in een koele

אֲשֶׁר־

die

ל

-

וֹ֙

-

לְ

-

בַדּ֔וֹ

-

וַ

-

יֹּ֣אמֶר

had; zo zeide

אֵה֔וּד

Ehud

דְּבַר־

Ik heb een woord

אֱלֹהִ֥ים

Gods

לִ֖י

-

אֵלֶ֑יךָ

aan

וַ

-

יָּ֖קָם

u. Toen stond hij op

מֵ

-

עַ֥ל

-

הַ

-

כִּסֵּֽא

den stoel


En Ehud kwam tot hem in, daar hij was zittende in een koele opperzaal, die hij voor zich alleen had; zo zeide Ehud: Ik heb een woord Gods aan u. Toen stond hij op van den stoel.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!